Wat begon als een oproep van bewoners in het Soesterkwartier, is uitgegroeid tot een succesvol vervoersconcept. De wijkbus versterkt niet alleen de bereikbaarheid, maar ook de sociale samenhang.
We spraken met drie betrokkenen over het proces, de uitdagingen en de toekomst:
- Astrid van den Aker, adviseur mobiliteit bij de gemeente Amersfoort
- Gert van Kempen, concessiebeheerder bij de provincie Utrecht
- Rob Plooy, verantwoordelijk voor kleinschalig openbaar vervoer bij Keolis
Van idee naar realisatie
“Bewoners kwamen naar ons toe met de vraag: ‘Waarom kunnen we geen betere verbinding in de wijk krijgen?’” vertelt Astrid. “De bestaande buslijn was niet ideaal: de route was omslachtig en onduidelijk, halverwege de dag verandert de bus van richting. Hierdoor waren sommige korte ritten binnen de wijk onnodig lang. Bewoners hadden behoefte aan een flexibele, betrouwbare en laagdrempelige vervoersoplossing. We merkten al snel dat dit niet alleen een praktische kwestie was, maar ook een sociaal aspect had. Voor veel mensen betekende een betere verbinding ook meer vrijheid en toegankelijkheid in hun dagelijks leven.””
Samenwerking tussen gemeente, provincie en vervoerder
De gemeente Amersfoort, provincie Utrecht en Keolis onderzochten samen de mogelijkheden. Forseti en Mobycon voerden een haalbaarheidsstudie uit en concludeerden dat een buurtbus met vrijwillige chauffeurs een goede oplossing zou kunnen zijn. Dit werd mede ingegeven door kostenoverwegingen en de wens van de gemeenschap om actief bij de oplossing betrokken te worden.
Een cruciale rol werd gespeeld door Robbert Jan van Rooijen, die eerder stage liep bij zowel de gemeente als de provincie. Dankzij zijn kennis en betrokkenheid én omdat hij in de wijk woont, wist hij het project op gang te helpen en voldoende vrijwilligers te werven. Hij fungeerde als brug tussen de beleidsmakers en de bewoners, waardoor het draagvlak voor het project werd vergroot.
Pilot en groei
“Ik was aanvankelijk sceptisch,” geeft Astrid toe. “We dachten: gaan we überhaupt genoeg vrijwilligers vinden? Misschien moeten we dit over een jaar alweer terugdraaien.” Maar het tegendeel bleek waar: “Binnen korte tijd was er een enthousiaste groep chauffeurs en bleek de vraag veel groter dan verwacht.”
Met subsidie van gemeente en provincie werd een pilot gestart. Inmiddels rijdt de wijkbus al ruim een jaar en blijkt het concept een succes. Opvallend is dat deze bus, in tegenstelling tot veel andere buurtbussen, zeven dagen per week rijdt – zelfs op zondag. Dit maakt het een unieke buurtbus in Nederland en zelfs binnen Europa.
Naast functioneel vervoer, biedt de bus ook een sociale meerwaarde. Het is een ontmoetingsplek voor buurtbewoners, en sommige passagiers rijden mee voor aanspraak en wat gezelligheid. De chauffeurs, allemaal vrijwilligers, spelen hier ook een belangrijke rol in door een gastvrije sfeer te creëren.
Uitdagingen door succes
“Het is geweldig om te zien hoe populair de wijkbus is, maar dat brengt ook uitdagingen met zich mee,” zegt Rob. “We moeten nu echt kijken hoe we piekmomenten kunnen opvangen, zonder de kern van het concept te verliezen.”
De bus vervoert gemiddeld 1000 reizigers per maand, ruim boven de norm van 600 reizigers. Dit succes zorgt ervoor dat tijdens piekmomenten, zoals in de ochtend, de capaciteit onder druk komt te staan. Vooral de eerste ritten van de dag trekken veel reizigers, waaronder scholieren van de internationale school in de buurt. De betrokken partijen onderzoeken hoe extra capaciteit kan worden ingezet. Tijdens piekmomenten, zoals in de ochtend, dreigt capaciteitstekort. Vooral de eerste ritten van de dag trekken veel reizigers, waaronder scholieren van de internationale school in de buurt. De betrokken partijen onderzoeken hoe extra capaciteit kan worden ingezet.
Daarnaast blijft de inzet van vrijwilligers een aandachtspunt. Voldoende chauffeurs vinden en behouden is essentieel voor de continuïteit. De huidige vrijwilligers zijn zeer betrokken, maar het blijft een uitdaging om een stabiele groep chauffeurs te behouden. Ook wordt gekeken naar de samenhang met buslijn 1, die nog steeds in de wijk rijdt.
Een andere overweging is hoe de wijkbus zichzelf financieel kan blijven dragen wanneer de pilotfase voorbij is. Er wordt gekeken naar structurele financiering, bijvoorbeeld via lokale bedrijven die baat hebben bij een goed functionerend wijkvervoer.
Hoe verder?
“We zitten op een belangrijk beslismoment,” zegt Gert. “De vraag is nu: hoe verankeren we dit concept structureel in het openbaar vervoer? We willen het succes behouden, maar ook realistische keuzes maken voor de lange termijn.”
In het vervoersplan van 2026 wordt bekeken hoe de wijkbus structureel onderdeel kan worden van het openbaar vervoer. Mogelijke aanpassingen zijn routeoptimalisaties en een herziening van de verbinding met buslijn 1. De wijkbus moet een blijvende en duurzame toevoeging worden, zonder dat het reguliere openbaar vervoer onnodig onder druk komt te staan.
De wijkbus in het Soesterkwartier laat zien hoe lokale samenwerking kan leiden tot effectieve mobiliteitsoplossingen. De combinatie van bewonersinitiatief en samenwerking met overheden en vervoerders zorgt voor een oplossing die aansluit op de behoeften van de wijk.